Affreus. Infaam. Abject
In het nachtland
Aan de zelfkant
Achter het masker
Van rust en van rede
Vreet de onvrede
Met knarsende tanden
Wanen en angsten
Zonder bestand
Krassen de messen
In geest en in vlees
Eist het beest zijn plek
Kwijlt het venijn
In speeksel van pekel
Brandend als maagzuur en pek
Kraken de kaken
Schuimbekt de gekte
Affreus, infaam, abject
Onder het smoelvel
Van kalmte met mate
Krioelen, knagen
De wormen, de maden
In de mistwereld
Tussen slapen en waken
Kermt het in kerkers
Vol ogen en haken
Hangen karkassen
Aan galgen en raden
Gerekt, gegeseld, gebrandmerkt
Met withete zegels
Verminkt en getekend
De molensteen om de nek
Levend verrottend
In de afgrond getrokken
Affreus, infaam, abject
Met sedatieven
Mantels der liefde
Worden gapende gaten bedekt
Holle frasen
Listen en lagen
Affreus, infaam, abject