Napels
De flats zijn onverlicht en smerig God weet wie daar woont
De pleinen zijn echt afzichtelijk de toeristen zijn te stoned
Er stond dacht ik niet in de folder dat hier alles wordt gejat
Paranoia is een vriend hier de vijand is de stad
Ze hangen op de straat als vliegen op een rotte vis
De dagen zijn te zompig en de avond stinkt naar pis
Wie heeft toen ooit beweerd dat dit toch zo’n mooie stad zou zijn
Oh man de vrouwen zijn zo lelijk en de mannen zijn te klein
In Napels
In Napels
Beneden blaft altijd een hond ik ben hier nou een week
Uitzicht op het vuilnis van een trieste discotheek
En een uitgebrande winkel want de hele buurt vertelt
Hij betaalde niet genoeg maar goed z’n weduwe nu wel
Alles ruikt naar fraude zwarte ogen in je rug
Je kunt de schaduw niet vertrouwen zelfs de vogels zijn corrupt
Zet dan maar op mijn steen als ik hier vermoord word dan misschien
Voor hij bang als een rat uiteindelijk toch nog doodging
Heeft hij Napels nog gezien
In Napels