Hans en Liesje
Door 't stille woud gaan Hans en Liesje
Samen naar hun dorpje toe
In de ene hand houd Hans Liesje
In de andere hand de koe
Langzaamaan komt de schemer
Zeggen dat de avond valt
Liesjes pasjes worden kleiner
Eindelijk houdt ze even halt
Plotseling, de stem van Liesje
"Hans, jij voert wat in je schild"
Hans zegt: "Kind, je ziet ze spoken
Ik doe niks, ik weet niet wat je wilt"
Langzaam spreidt de nacht z'n sluier
Over 't dichte, stille woud
Liesjes pasjes worden kleiner
Want ons Liesje was nog niet zo oud
Liesje nam toen Hans z'n schouder
Omdat hij de sterkste was
En zo liepen ze samen verder
In die kalme, rustige pas
Plotseling, de stem van Liesje
"Hans, jij voert wat in je schild"
Hans zegt: "Kind, je ziet ze spoken
Ik doe niks, ik snap niet wat je wilt"
Het is nu volslagen nacht geworden
Liesjes angst groeit meer en meer
"Hans, je wilt met mij beginnen
Denk toch aan mijn jeugd, mijn eer"
Hans begon het te vervelen
En hij blafte Liesje aan
"Als ik werkelijk iets zou willen
Dan zie je toch dat ik niet kan"
"Met een hand heb ik jou vast
En die andere is met het touw van de koe belast
Toen sprak Liesje
"Malle jongen, bind die koe dan aan een paaltje vast"