't Gat van Jan
Hoog
Den hoogste mis ten spijt
Den breden banken van berouw
Vroom het voorgaan
Verdriet de vrouw
Straalt stuifsel stroef en stram
Den kerkgang kromt
Den kelen klam
Daar zwaaien deuren
Zwerk en zwaar
Kraakt de kar
De kiezels klein
Waaien waden
Plots van pijn
Als regen raakt
Den roden gloed
Danst gij den dans
Tot in den doet
Slaan klokkken
Er het laatste uur
Strompelt stoet
Steeds til van steen
Huilen hanen
Hulpeloos heen
Gij zijt gegroet
Gezegend groot
Den duisternis door
Den eeuwen dood
Hier aan het gat van jan
Hier aan jan zijn kuil
En dat ik niet huil
Is
Omdat ik hou
Van jan zijn vrouw