De Kleine Zeemeermin
Mijn vissen leven toch het best bij alcohol
(en als ik nog dans*) komen ze snel
In licht gevlamde scholen uit hun hol
En in mijn hoofd stijgt bel na bel
Stomme gezangen uit hun monden
Soms hangen zij suspensie licht
In water roerloos in mijn ogen
Flitsen verdwijnen, ingetogen
Maar wild en achter mijn gezicht
Voel ik hun sterk en heimelijk leven
Sierlijk en naakt
En zonder zonden
Ik drink
En de violen weven
Sporen en kolken aan mijn oppervlak
Speel door want er is één
Voor wie ik graag mijn stem zal geven
Ik drink
En later zal ik in een zilveren kolk
Neerschietend aan mijn kleurig volk
Mijzelf vertonen als hun koningin
Een sprakeloze witte zeemeermin
En dagelijks op messen staan
En dan zal mijn ziel
Voor hem
Als schuim vergaan.