Kind Aan Zee
Ik zwem door zeeën met stenen
Verminken mijn tenen
Ik breek en ik zweef ik weer
Ik lach in mijn eentje, ik
Voel de stenen worden scherper
De vissen zwemmen verder
In water zo helder
En ik vloek en ik scheld maar
Ik vloek en ik scheld om mij heen
Ik ben kwijt, ik ben niets, veels te klein
Veels te jong nog om te gaan
Weet dat niemand me zal helpen
Ben te diep en ook te ver terwijl
Ik zo nog was gewaarschuwd
Bij de boeien terug te zwemmen
Verloren, verdwaald, en veels te onervaren
Ik was heel alleen
Maar ben toch op zee gegaan
Mijn hart bonkte en raasde
Voor het oneindige water
Ik verdwaalde in het alles
Mijn kop al onder water
Maar ik had het zo geoefend
Mijn adem in te houden
Dus ik wachtte geduldig
Ik telde tot tien
Elk geluid van het water
Bracht me verder in slaap
En mijn zorgen verdwenen
Straks spoel ik wel aan
Straks spoel ik wel aan