Het vlot
De deur valt dicht en jij bent weg
Ga maar
Twee katten krijsen in de straat
Kennen ze jou jouw kattekwaad
Ik grijp mij vast aan de vensterbank
Het huis zinkt en ik verdrink in drank
Muziek vaart aan vanaf de gracht
Een zwoele nacht
Ik op een kurk hol en alleen
Ik wil zo zwaar zijn als een steen
Hij zal wel bruin en prachtig zijn
Jou lichaam is nu zijn jachtterrein
Er ligt een ronde steen op het strand
Een jongen weegt hem in zijn hand
Hij legt hem op zijn lief haar huid
De steen beeft en zij ademt uit
Als ik je morgen zie op het pad
Zal ik je vragen en leuk gehad