Het Jantje Beton Sprankellied
Wie, wat, waarom,
hoe en waar?
Zeg 't maar! Zeg 't maar!
Wie, wat, waarom, hoe en waar?
Zeg 't maar! Zeg 't maar!
Er is een plek
Waar iedereen mag komen
Je hoeft niet eens
Hier in de buurt te wonen
Het is een plek
Zo staat in de krant te lezen
Waar iedereen weer kind mag wezen
Ken jij die plek? Ken jij dat woord?
Heb jij ooit van een Sprankelplek gehoord?
Sprankelen is lekker
Sprankelen is vét!
Ik sprankel tot ik wankel
En dan ga ik blij naar bed
Sprankelen is lachen
Sprankelen is cóól!
Ik sprankel tot ik wankel
Dat geeft mij een goed gevoel!
Yo!
Wie, wat, waarom,
hoe en waar?
Zeg 't maar! Zeg 't maar!
Wie, wat, waarom, hoe en waar?
Zeg 't maar! Zeg 't maar!
Er is een plek
Van duizend en één kleuren
Waar zo opeens
Van alles kan gebeuren
Het is een plek
Zo zei men op teevee
Los van kerk en van moskee
Ken jij die plek? Ken jij zo'n oord?
Heb jij ooit van een Sprankelplek gehoord?
Sprankelen is lekker
Sprankelen is vét!
Ik sprankel tot ik wankel
En dan ga ik blij naar bed
Sprankelen is lachen
Sprankelen is cóól!
Ik sprankel tot ik wankel
Dat geeft mij een goed gevoel!
Rapper:
Gevoel, dat heb je in je lijf
Als een aangeboren wonder
Geen enkel mens kan zonder
Dat weet ieder kind van vijf
(Koor: Ieder kind, ieder kind)
Gevoel, dat is iets om te delen
Niet om mee te spelen
Dan heb je geen plezier
Dat weet ieder kind van vier
(Koor: Ieder kind, ieder kind)
Spelen 's leren samen leven
Voor elk kind van ieder ras
Van de hoogste tot de laagste klas
Weet ieder kind van zeven
(Koor: Ieder kind, ieder kind)
Spelen doe je zonder les
Nog eerder dan je wandelt
Omdat spelen in je sprankelt
Dat weet ieder kind van zes!
Sprankelen is lekker
Sprankelen is vét!
Ik sprankel tot ik wankel
En dan ga ik blij naar bed
Sprankelen is lachen
Sprankelen is cóól!
Ik sprankel tot ik wankel
Dat geeft mij een goed gevoel!
Yo!
Sprankelen is lekker
Sprankelen is vét!
Ik sprankel tot ik wankel
En dan ga ik blij naar bed
Sprankelen is lachen
Sprankelen is cóól!
Ik sprankel tot ik wankel
Dat geeft mij een goed gevoel!
Yo!
Tekst: Gideon van Aartsen
Muziek: Harry Sacksioni