Een Enkeling
In de kamer schijnt licht
Maar er wordt niet opengedaan
Sommige mensen zijn nooit thuis
Toen maar weggegaan
Ik heb je recht in de ogen gekeken
En toen
Toen zag ik mezelf
Er trilde iets was het je ooglid
Je hebt me daarna veel verteld
Je voelde je soms verlaten
Van alles en iedereen
Je wist niet hoe te leven
Naderhand blootgegeven
Je kon niet tegen oneerlijkheid
Voerde oorlog tegen onrechtvaardigheid
En die verraders onder je vrienden
Die zich alleen maar van jou bedienden
Jij hebt gedaan
Alsof je een van hen was
Maar uiteindelijk
Voel jij je met niemand verbonden
Je loopt alleen rond
Onbegrepen
Op een enkeling na
Van wie je dan ook houdt
Je hebt jezelf weggegeven
Zonder omkijken zonder zelfbehoud
En nu
Nu ben je bedroefd
Zojuist de waarheid ontdekt
Als dieren die elkaar opeten
Je hebt het nooit willen weten
Dat jij ermee samenwerkt
Vermommingen niet hebt herkend
Door het donker zie jij licht
Zoekt warmte