Goud... Goud!

[Couplet 1]
Eens was 'k een werkman, vlijtig en tevreden
Ik had een vrouw, mijn allerliefste schat
Maar toen berichten plots de ronde deden
Dat men in 't Westen goud gevonden had
Toen liet ik mij door't avontuur verlokken
Omdat mijn hart begerig was en boud
Ik ben met haar terstond daarheen getrokken
Fortuna wenkte
Goud, goud

[Couplet 2]
Het was een zwaar, ja schier ondraaglijk leven
Een schamele hut, omringd door barren steen
Ik werd door felle gouddorst voortgedreven
Mijn lieve vrouw, zij kwijnde langzaam heen
Op zeek'ren morgen, krachteloos neergezegen
Zag zij mij aan, door pijn en koorts benauwd
Zij smeekte mij, een dag haar te verplegen
Ik kon niet wachten
Goud, goud

[Couplet 3]
Ik zwoegde voort op schoenen half versleten
Door zon verzengd, door 't zoeken uitgeput
'k Ontdekte goud, de rampspoed was vergeten
En met mijn schatten snelde ik naar de hut
Maar ijselijk was de schrik die mij verbeidde
Daar lag mijn vrouw, bewegingloos en koud
Eens leefde ik arm, doch vredig aan haar zijde
Thans rest mij niets dan
Goud, goud

Goud